ECLI:NL:RBDHA:2024:13936

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
C/09/671718 FT RK 24-743
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Faillissementswet

In deze zaak heeft de heer [verzoeker] op 30 augustus 2024 een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag, waarin hij vroeg om een voorlopige voorziening op grond van artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet (Fw). Het verzoek was gericht tegen [verhuurder] B.V., die de woning van de heer [verzoeker] wilde ontruimen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het verzoekschrift incompleet was, omdat het exploot van de gerechtsdeurwaarder, waarin de datum van de ontruiming werd aangezegd, ontbrak. Dit exploot is essentieel om te kunnen vaststellen of er sprake is van een bedreigende situatie, zoals bedoeld in artikel 287b Fw.

De rechtbank heeft de heer [verzoeker] verzocht om het ontbrekende exploot over te leggen, maar dit is niet gebeurd. Daarnaast dient een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening vergezeld te zijn van een WSNP-verzoek, wat ook niet was ingediend. Gezien deze tekortkomingen heeft de rechtbank geoordeeld dat de heer [verzoeker] niet ontvankelijk is in zijn verzoek om een voorlopige voorziening. De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 augustus 2024, waarbij mr. A.C.M. Höppener als rechter optrad en H.E. Keskin als griffier aanwezig was.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummer: C/09/671718 / FT RK 24/743
vonnis van 30 augustus 2024
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
hierna: de heer [verzoeker] ,
tegen
[verhuurder] B.V.
gevestigd te [vestigingsplaats]
hierna: de verhuurder,
gemachtigde: BoitenLuhrs Incasso Gerechtsdeurwaarders,
heeft verzoeker op 30 augustus 2024 een verzoek ingediend waarin gevraagd wordt om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet (Fw.)

1.Het verzoek

1.1
Het verzoek strekt ertoe dat de verhuurder wordt verboden om de woning van de heer [verzoeker] te doen ontruimen.

2.De beoordeling

2.1
Op grond van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw) kan een schuldenaar een voorlopige voorziening (moratorium) vragen als er sprake is van een bedreigende situatie. Onder bedreigende situatie wordt onder meer verstaan gedwongen woningontruiming.
2.2
De rechtbank merkt op dat het verzoekschrift incompleet is ingediend. Het exploot van de gerechtsdeurwaarder waarin de datum van de ontruiming (hierna: het exploot) wordt aangezegd ontbreekt.
2.3
De rechtbank heeft verzocht om overlegging van het exploot. Dit is niet aangeleverd. Gelet hierop kan niet worden vastgesteld van een bedreigende situatie als bedoeld in artikel 287b Fw.
2.4
Een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 287b Fw dient verder vergezeld te zijn van een WSNP-verzoek. Ook dit verzoek is niet aanwezig. Daarom zal de rechtbank de heer [verzoeker] niet ontvankelijk verklaren in zijn verzoek.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek om een voorlopige voorziening;
Gewezen door mr. A.C.M. Höppener, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 augustus 2024 in tegenwoordigheid van H.E. Keskin, griffier.