ECLI:NL:RBDHA:2024:13932
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor arbeid als zelfstandige
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Filipijnse nationaliteit, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel arbeid als zelfstandige. Eiseres had eerder rechtmatig verblijf in Nederland gehad om te studeren en om naar werk te zoeken. Op 24 februari 2023 diende zij haar aanvraag in, maar deze werd door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen op 6 juli 2023. De rechtbank heeft het beroep op 20 augustus 2024 behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde waren niet aanwezig.
De rechtbank oordeelt dat eiseres onvoldoende informatie en stukken heeft overgelegd ter onderbouwing van haar aanvraag. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat het ondernemingsplan summier en onvoldoende onderbouwd was. Eiseres voerde aan dat zij in de bezwaarfase had moeten worden gehoord, maar de rechtbank oordeelt dat het aan eiseres was om haar aanvraag zo volledig mogelijk in te dienen. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen relevante stukken heeft overgelegd, zoals informatie over haar ondernemingservaring en een financiële paragraaf in haar ondernemingsplan.
De rechtbank concludeert dat verweerder niet gehouden was om de aanvraag ter advisering voor te leggen aan de Minister van Economische Zaken, omdat eiseres niet aan de vereisten voldeed. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.