ECLI:NL:RBDHA:2024:13924
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van de aanvraag tot hernieuwing van de autorisatie als examinator FE
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2024, in de zaak tussen eiser en de minister van Infrastructuur en Waterstaat, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot hernieuwing van zijn autorisatie als examinator FE beoordeeld. Eiser had op 8 oktober 2022 een aanvraag ingediend, nadat zijn certificaat op 31 juli 2022 was verlopen. De minister had deze aanvraag afgewezen met het primaire besluit van 13 maart 2023, omdat eiser niet voldeed aan de voorwaarden zoals gesteld in de relevante Europese verordening. Eiser had namelijk niet voldaan aan de eisen voor hernieuwde afgifte, aangezien hij niet geslaagd was voor de vereiste vaardigheidstest op 6 oktober 2022 en opnieuw op 14 december 2022.
De rechtbank oordeelt dat de minister de wet- en regelgeving correct heeft toegepast. Eiser betoogde dat de regelgeving niet juist was toegepast en dat hij voldeed aan de eisen voor verlenging, maar de rechtbank stelt vast dat de aanvraag van eiser terecht als een aanvraag voor hernieuwde afgifte is beoordeeld. De rechtbank benadrukt dat er geen ruimte is voor afwijking van de regels in geval van hernieuwde afgifte, en dat eiser niet kan betwisten dat hij niet voldeed aan de voorwaarden. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand blijft, zonder terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.