ECLI:NL:RBDHA:2024:13910

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 augustus 2024
Publicatiedatum
30 augustus 2024
Zaaknummer
C/09/671541/KG RK 24-1224
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak

Op 29 augustus 2024 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot verschoning toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. L. Amperse, de rechter belast met de behandeling van de strafzaak met parketnummer 09/150920-24. De verdachte in deze zaak is een persoon zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, bijgestaan door mr. B.J. de Bruijn, advocaat te Den Haag. Het verschoningsverzoek werd ingediend omdat een procesdeelnemer deel uitmaakt van de zakelijke kennissenkring van de rechter, wat aanleiding gaf tot de vrees voor partijdigheid.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die de schijn van partijdigheid oproepen. In dit geval was de rechter van mening dat het verschoningsverzoek terecht was ingediend om de schijn van partijdigheid te vermijden. De behandeling van de hoofdzaak zal nu door een andere rechter worden overgenomen.

De beslissing houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter, de verdachte en de officier van justitie, mr. S. Meerman. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de rechters S.M. Krans, A.M.A. Keulen en S.M. Westerhuis-Evers aanwezig waren, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2024/12
Zaak-/rekestnummer: C/09/671541 / KG RK 24- 1224
Beslissing van 29 augustus 2024
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. L. Amperse,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de strafzaak met parketnummer 09/150920-24
tegen de verdachte
[verdachte] ,
zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats,
bijgestaan door mr. B.J. de Bruijn, advocaat te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Uit het verschoningsverzoek van de rechter blijkt dat de zaak op 12 september 2024 op zitting van de politierechter (in dit geval: de rechter) staat.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
☒ een procesdeelnemer maakt onderdeel uit van de zakelijke kennissenkring van de
rechter

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* de verdachte, p/a mr. De Bruijn;
* de officier van justitie, mr. S. Meerman.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 29 augustus 2024 door mrs. S.M. Krans, A.M.A. Keulen en S.M. Westerhuis-Evers, in tegenwoordigheid van de griffier.