ECLI:NL:RBDHA:2024:13866
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een asielaanvraag van een Nigeriaanse eiser met betrekking tot de afwijzing door de minister van Asiel en Migratie
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, van Nigeriaanse nationaliteit, heeft op 7 mei 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de minister op 19 april 2024 als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 2 augustus 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, omdat de minister de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig acht, maar de benadering door cultgroepen en de problemen met de mensensmokkelaar niet geloofwaardig zijn geacht. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd en er is geen bewijs dat de mensensmokkelaar hem of zijn moeder iets zou aandoen.
Eiser heeft ook aangevoerd dat hij vanwege de aanwezigheid van Boko Haram in Nigeria een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank oordeelt echter dat dit nieuwe asielmotief niet in de procedure kan worden betrokken, omdat het te laat is ingediend en een uitgebreid onderzoek vereist. De rechtbank benadrukt dat eiser de mogelijkheid had om alle relevante asielelementen tijdens het gehoor naar voren te brengen, maar dit niet heeft gedaan. De rechtbank komt tot de conclusie dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen en dat de afwijzing in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.