ECLI:NL:RBDHA:2024:13861
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring asielaanvraag en vernietiging bestreden besluit inzake opvangsituatie in België voor alleenstaande, meerderjarige, niet-kwetsbare mannelijke asielzoekers
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze was door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft in een eerdere tussenuitspraak van 19 juli 2024 geconstateerd dat er gebreken waren in het besluit van de minister en heeft de minister de gelegenheid gegeven om deze gebreken te herstellen door nader onderzoek te verrichten naar de opvangsituatie voor alleenstaande, meerderjarige, niet-kwetsbare mannelijke asielzoekers in België.
De minister heeft echter aangegeven geen gebruik te willen maken van deze gelegenheid. Gelet op deze weigering heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelt dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd dat er voor deze groep asielzoekers nog steeds van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan, ondanks de concrete aanwijzingen dat deze groep bij overdracht aan België een reëel risico loopt op ernstige materiële deprivatie.
De rechtbank heeft de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser, rekening houdend met de eerdere tussenuitspraak en de huidige uitspraak. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.