Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie en Veiligheid), te Den Haag,
[gedaagde sub 2],
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie en Veiligheid), te Den Haag,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de twee exploten van dagvaarding van 10 november 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de rolbeslissing van 24 januari 2024, waarbij deze zaak is gevoegd met de zaak 23-1031;
- het tussenvonnis van 13 maart 2024, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de akte aanvullend bewijs en vermeerdering van eis, met producties.
- de twee exploten van dagvaarding van 10 november 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de rolbeslissing van 24 januari 2024, waarbij deze zaak is gevoegd met de zaak 23-1030;
- het tussenvonnis van 13 maart 2024, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de akte aanvullend bewijs en vermeerdering van eis, met producties.
2.De feiten
Strafzaak tegen [gedaagde sub 2]
- een bankrekening bij de Rabobank;
- twee registergoederen, kadastrale aanduiding [kadastrale aanduiding 7] (parkeren) en [kadastrale aanduiding 8] (grasland);
- het registergoed aan [adres 4] te [plaatsnaam 1] , kadastrale aanduiding [kadastrale aanduiding 9] (wonen en bedrijvigheid).
3.Het geschil
in de zaak 23-1030
4.De beoordeling
in beide zaken
€ 178(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing).
€ 178(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing).