ECLI:NL:RBDHA:2024:13783
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
HTL-plaatsing na geweldsincident en vrijheidsbeperkende maatregel voor statushouder
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2024, betreft het een zaak waarin eiser, een statushouder van Syrische nationaliteit, in beroep gaat tegen een plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Het COa had besloten om eiser, na een geweldsincident op 26 juni 2024 waarbij hij een kamergenoot verwondde met een glasscherf, te plaatsen in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen. De minister legde daarnaast een maatregel van beperking van de vrijheid op, op grond van artikel 56 van de Vreemdelingenwet (Vw). Eiser stelde dat de HTL-plaatsing een onevenredige bestraffing was, maar de rechtbank oordeelde dat het COa terecht had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de plaatsing gerechtvaardigd was gezien de ernst van het geweldsincident en dat er geen medische contra-indicaties waren voor de HTL-plaatsing. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond, waarbij werd benadrukt dat statushouders voor opvang gelijkgesteld zijn met asielzoekers en dat de opgelegde maatregel niet als bestraffing, maar als een bestuurlijke ordemaatregel moet worden gezien.