Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster op 5 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar bezwaar tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor haarzelf en haar drie minderjarige kinderen. De aanvraag was ingediend op 22 juni 2022 met als verblijfsdoel 'verblijf als familie- of gezinslid bij Samadou Yarris'. Op 8 mei 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard. Verzoekster heeft vervolgens haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien de minister aan verzoekster is tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen, kan de rechtbank verzoekster in de proceskosten veroordelen. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen en de kosten vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De rechtbank heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 437,50. Deze uitspraak is gedaan op 27 augustus 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.