Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.Inleiding: waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
- de dagvaarding van 8 augustus 2023, met producties 1 tot en met 25;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 6;
- het tussenvonnis van 31 januari 2024, waarbij een mondeling behandeling is bepaald.
- de heer [eiser] (één van de vennoten), bijgestaan door mr. den Hollander voornoemd;
- namens [gedaagde] : de heer [naam 1] (directielid), bijgestaan door mr. Bouwman voornoemd.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
- 50% van deze beloning zou direct na afloop van het betreffende kalenderjaar worden uitbetaald;
- de resterende 50% zou drie jaar na vaststelling worden uitbetaald vermeerderd met een rentevergoeding van 5% op jaarbasis;
- bij het einde van de samenwerking tussen partijen zou – onder de voorwaarde dat [eiser] dit tijdig zou meedelen en hij zijn opvolger zou inwerken – het nog bij [gedaagde] aanwezige opgebouwde bedrag (“het bedrag in de pot”) worden uitbetaald.
op het functioneren van de heer [eiser] . Als de heer [eiser] beter had gepresteerd dan aanvankelijk was verwacht, was er sprake van meer werk. [..] Dit werd beoordeeld aan de hand van een functieomschrijving, van de functie van de heer [eiser] .”Verder heeft [naam 6] hierover verklaard:
“Het bedrag voor het meer of minder werk werd bepaald aan de hand van de functieomschrijving. Per onderdeel op die functieomschrijving werd beoordeeld of meneer [eiser] boven of beneden verwachting had gepresteerd, dan wel conform verwachting. Vervolgens werd een bedrag bepaald voor meer of minder werk.”
zo’n formulier was dat met zo onze naam en adresgegeven erboven. Dit zijn de voorwaarden die we toen, onder die voorwaarden is de regeling opgesteld en afgesproken. En daar hebben we zelfs al aanpassingen in gedaan. Want je ziet bij de vierde vijfde regel dat de uitbetaling geschiedt 20% direct en 80% na 3 jaar en dat is al veranderd in 50 50.” Even later in het gesprek zegt hij:
“Ik heb je toch de vorige keer benoemd wat je kon factureren?”Hierop antwoord [eiser] :
“Ja, restant van 2017 en van 2020 de helft.”Vervolgens zijn [naam 6] :
“..dus dus die afspraken volgens die voorwaardes die we destijds afgesproken hebben waar ik jou dat formulier van had meegegeven hoe dat werkt hebben wij gewerkt.”Naar het oordeel van de rechtbank blijkt hieruit genoegzaam dat partijen afspraken hebben gemaakt over een jaarlijks vast te stellen beloning waarvan [eiser] steeds 50% direct mocht factureren en de overige 50% na drie jaar.
Nou ja, dat heb ik jou dus net verteld. En dat heb ik je herhaaldelijk verteld en meegegeven via dit verhaal destijds dat op het moment dat samenwerking beëindigt, dat dan ook alle rechten en opgebouwde rechten uit deze regeling per direct vervallen.” Ook in het stuk “bedrijfsresultaat afhankelijke bonusregeling 2017 ” staat vermeld dat alle opbouwde rechten uit deze regeling per direct vervallen op het moment dat de samenwerking eindigt. Volgens [eiser] zijn partijen echter ook op dit punt van deze regeling afgeweken. Tijdens het gesprek op 23 december 2020 In de audio-opnames zegt [eiser] kort nadat [naam 6] aangeeft dat de opgebouwde rechten bij het einde van de samenwerking vervallen:
“Nee [naam 6] , jij hebt duidelijk in 2017 tegen mij gezegd, niet weer je woorden omdraaien iedere keer [..] wel, je had gezegd als ik weg zou gaan, geef dat dan van te voren aan dan gaan we iemand zoeken en je gaat die man inwerken en dan je geld wordt uitbetaald, dat zijn jouw woorden, ik verzin dit niet, tuurlijk staat niks op papier, kan niks bewijzen, maar zijn jouw woorden, dit is toch niet eerlijk”.[gedaagde] heeft, ook nadat de hierboven weergegeven passage op de mondelinge behandeling was besproken, slechts gepersisteerd bij haar algemene stelling dat partijen überhaupt geen prestatiegerichte beloning hebben afgesproken. Deze betwisting acht de rechtbank – mede in het licht van de omstandigheid dat de overige door [eiser] gestelde afspraken wel voldoende bevestiging vinden in het procesdossier – onvoldoende gemotiveerd en de rechtbank gaat daarom aan deze betwisting voorbij.
- tweede deel bonus 2017 + rente: € 5.082,72 factuur d.d. 28 december 2020
- tweede deel bonus 2018 + rente: € 5.202,96 factuur d.d. 18 januari 2021
- tweede deel bonus 2019 + rente: € 5.387,94 factuur d.d. 18 januari 2021
- eerste deel bonus 2020 € 5.898,75 factuur d.d. 28 december 2020
- tweede deel bonus 2020 : € 1.966.25factuur d.d. 18 januari 2021