Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de eis in reconventie, met producties.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser, een vennoot van een vennootschap onder firma (vof) die een Argentijns grillrestaurant exploiteert, dat gedaagde, zijn medevennoot, meewerkt aan de beëindiging van hun samenwerking. De partijen zijn het erover eens dat hun samenwerking moet eindigen, maar er is onduidelijkheid over de voorwaarden waaronder dit moet gebeuren. Eiser stelt dat hij recht heeft op voortzetting van de onderneming, ondanks de opzegging van de vennootschapsovereenkomst, en vordert dat gedaagde zich uitschrijft uit het handelsregister en de controle over de bedrijfscommunicatie overdraagt. Gedaagde verzet zich hiertegen en vordert in reconventie dat eiser onterecht onttrokken bedragen terugbetaalt en dat hij geen verdere gelden aan de vof onttrekt zonder overeenstemming.
De voorzieningenrechter oordeelt dat, gezien de omstandigheden, het voor de hand ligt dat eiser de onderneming voortzet en dat gedaagde moet meewerken aan de uitschrijving van de vof. De rechter wijst de vorderingen van eiser toe en legt gedaagde een dwangsom op voor het geval hij niet aan de veroordelingen voldoet. De reconventionele vorderingen van gedaagde worden afgewezen, omdat de rechter geen grond ziet om eiser te veroordelen tot restitutie van onttrokken bedragen of om hem te verplichten samen met gedaagde de kasgelden te controleren. De proceskosten worden toegewezen aan eiser, die in het gelijk is gesteld.