Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 6;
- de akte van [de B.V.] met productie 19.
2.De feiten
leadsdie binnenkwamen via bewindspersonen en Kamerleden, grote bedrijven en bekende Nederlanders. Van de
leadsdie binnenkwamen bij het LCH is anderhalf procent (239
leads) door het VIP-team behandeld.
minvws.nl . [de B.V.] antwoordt hierop dat zij dat al meermaals heeft gedaan.
gmt@minvws.nl . Diezelfde dag is namens [de B.V.] een e-mail met als onderwerp ‘propositie hulpmiddelen’ verstuurd naar coronamt@minvws.nl (dus niet: corona
gmt@minvws.nl ) met de volgende inhoud:
minvws.nl ).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Handelen in strijd met aanbestedingswetgeving
leadsop die lijst langer duurde dan bij toepassing van een reguliere procedure.
Handelen in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur
leadsdie via bepaalde personen of organisaties binnenkwamen op een VIP-lijst plaatste, onvoldoende om te oordelen dat de Staat het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden. Uit het door [de B.V.] overgelegde rapport onderzoeksverslag van Deloitte [6] kan worden afgeleid dat het verschil in behandeling van VIP-
leadsen ‘gewone’ aanbiedingen vooral zag op de wijze waarop contact met de aanbieder werd onderhouden. Zo werd bij ontvangst van een aanbieding van een VIP steeds telefonisch contact opgenomen. Zoals de Staat terecht heeft opgemerkt, is echter ook met [de B.V.] telefonisch contact opgenomen naar aanleiding van (één van de) door haar gestuurde e-mails. [de B.V.] is toen gevraagd om nadere gegevens toe te sturen teneinde de deugdelijkheid van haar aanbod te kunnen beoordelen. Niet gesteld of gebleken dat VIP’s dergelijke informatie niet hoefde te verstrekken of dat met hen (veel) sneller een overeenkomst werd gesloten. De Staat heeft er in dit verband op gewezen dat slechts 13 van de 239 VIP-
leadshebben geresulteerd in een overeenkomst. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden geconcludeerd dat de behandeling van (de aanbiedingen van) [de B.V.] zodanig verschilde van de behandeling van (de
leadsvan) VIP’s dat sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel.