ECLI:NL:RBDHA:2024:13343

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.22039
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Sierra Leoonse vrouw en haar kinderen wegens onvoldoende onderbouwing van vrees voor vervolging door het Poro-genootschap en bekering tot het christendom

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Sierra Leoonse vrouw tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres, die op 6 oktober 2022 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel voor haar en haar minderjarige kinderen, stelt dat zij en haar kinderen gevaar lopen vanwege de rol van haar schoonvader in het Poro-genootschap en haar bekering tot het christendom. De minister heeft de aanvraag op 2 mei 2024 afgewezen, stellende dat de vrees voor vervolging niet voldoende onderbouwd is.

De rechtbank heeft het beroep op 23 juli 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. De rechtbank concludeert dat de minister niet ten onrechte heeft geoordeeld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn, maar dat de vrees voor vervolging door het Poro-genootschap niet aannemelijk is gemaakt. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat haar schoonvader daadwerkelijk de leider van het Poro-genootschap was en dat zij of haar kinderen bij terugkeer naar Sierra Leone problemen zullen ondervinden.

De rechtbank oordeelt verder dat de bekering van eiseres tot het christendom en haar status als alleenstaande vrouw geloofwaardig zijn, maar dat dit niet automatisch leidt tot een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer. De rechtbank wijst erop dat alleenstaande vrouwen in Sierra Leone niet als kwetsbare groep worden beschouwd en dat eiseres onvoldoende specifieke omstandigheden heeft aangedragen die haar vrees voor vervolging onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag door de minister.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.22039

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], eiseres,

V-nummer: [nummer 1],
mede namens haar minderjarige kinderen:
[naam 2],
V-nummer: [nummer 2],
[naam 3],
V-nummer: [nummer 3],
[naam 4],
V-nummer: [nummer 4],
(gemachtigde: mr. W. Spijkstra),
en
de minister van Asiel en Migratie [1] , de minister
(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres stelt van Sierra Leoonse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [datum]. Zij heeft op 6 oktober 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend voor haar en haar minderjarige kinderen. De minister heeft met het bestreden besluit van 2 mei 2024 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 23 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, A. Kebe als tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de minister de aanvraag ongegrond heeft kunnen verklaren. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres woonde met haar twee oudste zoons en haar echtgenoot in Sierra Leone. Haar schoonvader was hoofd van het geheime Poro-genootschap. De echtgenoot van eiseres was bang voor het Poro-genootschap en wilde er niets mee te maken hebben. Op het moment dat haar schoonvader overleed moest de echtgenoot van eiseres hem echter opvolgen als nieuwe leider. Hij wilde dit niet, maar is onder dwang meegenomen door leden van het Poro-genootschap. Uiteindelijk is de echtgenoot van eiseres aan een blindedarmontsteking overleden. Nu zijn haar zoons de volgende in de bloedlijn om de nieuwe leider te worden. Het Poro-genootschap is enkel voor mannen, maar eiseres kent de gevaren nu in haar jeugd haar halfbroer en neefje zijn ingewijd bij het Poro-genootschap en zij dit niet hebben overleefd. Om haar zoons te behoeden voor inwijding in het Poro-genootschap is eiseres met behulp van vrienden gevlucht. Eiseres en haar kinderen kunnen niet terugkeren omdat ze dan problemen zullen krijgen met het Poro-genootschap. Daarnaast is eiseres bekeerd tot het christendom en dit zal in haar familie niet worden geaccepteerd. Ze is een alleenstaande vrouw met kinderen die zal worden verstoten door haar familie. Ook om die reden kan ze niet terugkeren.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • de problemen met het Poro-genootschap vanwege de leiderschapsrol van de schoonvader van eiseres;
  • de bekering tot het christendom en
  • het zijn van een alleenstaande vrouw.
4.1.
De minister stelt zich op het standpunt dat de identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig zijn. Ook de bekering van eiseres tot het christendom en het zijn van een alleenstaande vrouw acht de minister geloofwaardig. Dat eiseres problemen heeft met het Poro-genootschap vanwege de rol van haar schoonvader acht de minister niet geloofwaardig. Dit leidt er volgens de minister toe dat zij niet kan worden aangemerkt als vluchteling en dat ze ook geen gegronde vrees heeft voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De minister heeft de asielaanvraag daarom afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
Standpunt van eiseres
5. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en voert het volgende aan. Allereerst meent eiseres dat ze aannemelijk heeft gemaakt dat haar schoonvader leider is van het Poro-genootschap. Eiseres heeft verklaard wat ze weet. In Sierra Leone worden vrouwen als eigendom beschouwd. Ze worden niet in vertrouwen genomen en weten niet wat zich allemaal in de bush afspeelt. Eiseres meent dat niet van haar verwacht kan worden dat ze uitgebreid en gedetailleerd verklaart over wat zich allemaal afspeelt in de bush. Daarbij, zo stelt eiseres, heeft ze niet enkel in algemeenheden over de Poro-genootschap verklaard, maar bijvoorbeeld ook over de situatie van haar halfbroer verteld. Ze heeft duidelijk naar voren gebracht dat haar schoonvader leider was van het Poro-genootschap en dat de leden van dit genootschap nu haar kinderen willen afnemen. Daarnaast is eiseres onterecht niet gehoord overeenkomstig Werkinstructie 2022/3 met betrekking tot de bekering tot het christendom. Ook door deze bekering zal zij in Sierra Leone worden vervolgd. Tot slot heeft eiseres een signaleringslijst van het iMMO overgelegd.
Poro-genootschap
6. De minister heeft zich naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres te summier heeft verklaard over de leiderschapsrol van haar schoonvader in het Poro-genootschap. Dat eiseres stelt dat vrouwen in Sierra Leone als bezit worden behandeld en van niets weten heeft de minister onvoldoende mogen vinden. Er is niet van eiseres verwacht dat ze verklaart over gebeurtenissen in de bush, waar ze als vrouw niet bij mag zijn. Maar eiseres woonde bij haar schoonvader in huis en heeft wel meer kunnen vertellen over andere zaken van het Poro-genootschap. Zo heeft ze het verhaal van de inwijding van haar halfbroer verteld. Ook heeft ze in het nader gehoor verklaard dat ze wist wat de leden van het Poro-genootschap gingen doen omdat ze hier ervaring mee had omdat haar eigen vader ook lid van het Poro-genootschap was. [2] De minister had daarom, ondanks dat eiseres een vrouw is, mogen verwachten dat eiseres uitgebreider en gedetailleerder had verklaard over de leiderschapsrol van haar schoonvader.
6.1.
De minister werpt verder eiseres niet ten onrechte tegen dat zij tegenstrijdig heeft verklaard over de reden waarom haar echtgenoot niet was ingewijd in het Poro-genootschap terwijl zijn vader de leider van dit genootschap zou zijn. Eerst heeft eiseres verklaard dat haar echtgenoot niet in hetzelfde dorp woonde als zijn vader en zo aan inwijding in het genootschap kon ontkomen. Later verklaart ze dat hij wel in hetzelfde dorp woonde, maar niet in dezelfde wijk. Daarnaast heeft eiseres eerst verklaard dat het niet mogelijk is om als man geen lid te worden van het genootschap. Op het moment dat wordt gevraagd waarom haar echtgenoot (van in de 30) niet was ingewijd in het Poro-genootschap verklaart ze echter dat veel mannen zich onttrekken aan het lid worden. Naast dat deze laatste verklaring tegenstrijdig is met eerdere verklaringen strookt deze ook niet met openbare bronnen waaruit blijkt dat de eerste initiatie in het Poro-genootschap plaatsvindt bij een leeftijd van tussen de 7 en 12 jaar.
6.2.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, heeft de minister zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar schoonvader leider van het Poro-genootschap was in Sierra Leone. De minister heeft zich daarom niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat het niet aannemelijk is dat voor eiseres of haar kinderen problemen zullen ontstaan bij terugkeer naar Sierra Leone vanwege de rol van haar schoonvader.
Bekering en het zijn van een alleenstaande vrouw
7. Dat eiseres is bekeerd tot het christendom en een alleenstaande vrouw is, is geloofwaardig geacht. De minister heeft echter niet ten onrechte geconcludeerd dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer een reëel risico loopt op ernstige schade vanwege deze situatie. De enkele stelling dat eiseres door haar bekering in Sierra Leone zal worden vervolgd is daarvoor onvoldoende. Dat eiseres niet zou zijn gehoord overeenkomstig Werkinstructie 2022/3, wat daar ook van zij, maakt dit niet anders nu de minister de bekering van eiseres geloofwaardig heeft geacht. Alleenstaande vrouwen zijn niet als kwetsbare minderheidsgroep of risicogroep aangemerkt in het landgebonden beleid. Hoewel uit het beleid volgt dat seksueel geweld tegen vrouwen veel voorkomt in Sierra Leone, stelt de minister zich terecht op het standpunt dat niet elke alleenstaande vrouw bij terugkeer een reëel risico loopt op ernstige schade en dat eiseres onvoldoende specifieke onderscheidende kenmerken naar voren heeft gebracht. Dat eiseres bij terugkeer, zoals zij stelt, geen sociaal netwerk heeft en dat haar familie haar zal verstoten omdat ze is bekeerd, is onvoldoende. Voor zover eiseres met de signaleringslijst van het iMMO bedoelt aan te tonen dat er een reëel risico op ernstige schade zal ontstaan bij terugkeer, is dit zonder nadere onderbouwing eveneens onvoldoende. De minister heeft niet ten onrechte gesteld dat niet is gebleken dat eiseres geen hulp kan krijgen van non-gouvernementele organisaties in Sierra Leone.
8. De slotsom is dat de door eiseres aangevoerde beroepsgronden niet leiden tot het oordeel dat de minister zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat er zich geen asielgrond als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw voordoet. Er bestaat dan ook geen grond voor het oordeel dat de minister de asielaanvraag van eiseres en haar kinderen ten onrechte heeft afgewezen.

Conclusie en gevolgen

9. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen verblijfsvergunning krijgt. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, rechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is bekendgemaakt. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.Pagina 5 van het nader gehoor.