ECLI:NL:RBDHA:2024:13327

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juli 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
23/1179
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake verlenging termijn voor herstel gebreken in besluit Wmo 2015

In de tussenuitspraak van 25 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag zich gebogen over een verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag om de termijn te verlengen voor het herstellen van gebreken in een eerder bestreden besluit. Dit verzoek volgde op een eerdere tussenuitspraak van 9 april 2024, waarin de rechtbank verweerder de gelegenheid had gegeven om binnen twaalf weken de gebreken te herstellen. Verweerder heeft in zijn verzoek om verlenging aangegeven dat hij een extern medisch onderzoek wil laten uitvoeren, maar dat de eerste benaderde instantie, Argonaut Advies BV, de opdracht heeft geweigerd. Momenteel loopt er een aanvraag bij een tweede instantie, Salude Advies BV.

De rechtbank overweegt dat, hoewel het verzoek om verlenging na afloop van de oorspronkelijke termijn is ingediend, er vanuit proceseconomisch oogpunt aanleiding is om hier inhoudelijk op in te gaan. De rechtbank stelt dat in bijzondere gevallen een verlenging van de termijn kan worden toegestaan, mits het verzoek goed gemotiveerd is. In dit geval acht de rechtbank het verzoek gerechtvaardigd, gezien de omstandigheden rondom het medisch onderzoek en de tijdelijke indicatie van 10 uur individuele begeleiding per week die aan eiseres is toegekend.

De rechtbank besluit dat verweerder binnen twaalf weken na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken moet herstellen, met inachtneming van de overwegingen uit de eerdere tussenuitspraak. Verdere beslissingen worden aangehouden tot de einduitspraak op het beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/1179

tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.J. Zennipman),
en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder

(gemachtigde: mr. E.H. Buizert).

Procesverloop

In de tussenuitspraak van 9 april 2024 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om binnen twaalf weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Voor het verdere procesverloop verwijst de rechtbank naar die tussenuitspraak.
Bij brief van 18 juli 2024 heeft verweerder de rechtbank verzocht de in de tussenuitspraak gestelde termijn te verlengen.

Overwegingen

1. Verweerder heeft weliswaar zijn verzoek om verlenging van de termijn om de gebreken te herstellen gedaan na afloop van de oorspronkelijke termijn die de rechtbank hiervoor heeft gesteld in de tussenuitspraak, maar de rechtbank ziet uit een oogpunt van proceseconomie toch aanleiding hierop inhoudelijk in te gaan.
2. Slechts in bijzondere gevallen willigt de rechtbank zo’n verzoek om verlenging van de in de tussenuitspraak gestelde termijn in. Het verzoek om verlenging moet daarom zijn gemotiveerd. De rechtbank verwijst naar de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. [1]
3. In de tussenuitspraak van 9 april 2024 heeft de rechtbank onder meer overwogen dat verweerder opnieuw onderzoek zal moeten doen, waarbij een specifiek deskundig oordeel en advies niet zal kunnen ontbreken. De reden waarom verweerder de rechtbank verzoekt om verlenging van de termijn is dat verweerder het medisch onderzoek wil laten uitvoeren door een externe deskundige. Hiervoor heeft verweerder Argonaut Advies BV benaderd. Deze heeft de opdracht echter geweigerd. Thans loopt er een aanvraag bij een tweede instantie, Salude Advies BV.
4. De rechtbank acht dit een bijzonder geval dat verlenging van de termijn rechtvaardigt, omdat de oorspronkelijk bepaalde termijn te kort is gebleken en elke andere beslissing van de rechtbank naar alle waarschijnlijkheid tot een minder finale vorm van geschilbeslechting leidt. Verder neemt de rechtbank mede in overweging dat er door verweerder een tijdelijke indicatie van 10 uur individuele begeleiding per week aan eiseres is toegekend. Verweerder heeft aangegeven voornemens te zijn deze tijdelijke indicatie te verlengen zolang het onderzoek niet is uitgevoerd. De rechtbank gaat er evenwel van uit dat verweerder, gelet op de lange duur van de procedure, zich zal inspannen om binnen de (verlengde) termijn de gebreken te herstellen.
5. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep.

Beslissing

De rechtbank:
- stelt verweerder in de gelegenheid om binnen twaalf weken na verzending van deze tweede tussenuitspraak de gebreken te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in de eerste tussenuitspraak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.B. Wijnholt, rechter, in aanwezigheid van mr. E.P.A. Stok, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.

Voetnoten

1.Zie de uitspraken van de ABRvS van 29 april 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM4478 en 21 september 2022, ECLI:NL:RVS:2011:BT2162.