ECLI:NL:RBDHA:2024:13296
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Garabitian
- J.R. Froma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Senegalese eiseres wegens kennelijk ongegrond verklaarde aanvraag en gebrek aan bescherming in herkomstland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 augustus 2024, wordt het beroep van eiseres, een Senegalese vrouw, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres had op 23 juni 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 29 juni 2024 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank behandelt de zaak, waarbij eiseres stelt dat zij door haar oom en tante in Senegal werd mishandeld en gedwongen zou worden tot een uithuwelijking en vrouwenbesnijdenis. De rechtbank constateert dat verweerder de elementen van de asielaanvraag geloofwaardig acht, maar oordeelt dat Senegal als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij geen bescherming kan krijgen van de autoriteiten in Senegal.
Tijdens de zitting op 6 augustus 2024 zijn zowel eiseres als haar gemachtigde aanwezig, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. De rechtbank concludeert dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij niet bij de Senegalese autoriteiten terecht kan voor bescherming. De rechtbank wijst erop dat vrouwenbesnijdenis in Senegal wettelijk verboden is en dat er mogelijkheden zijn voor vrouwen om bescherming te zoeken bij non-gouvernementele organisaties. Eiseres heeft geen pogingen ondernomen om hulp in te schakelen, wat haar zaak verzwakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen connexiteit is met de afwijzing van de asielaanvraag. Er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.