ECLI:NL:RBDHA:2024:13230

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juli 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.22254
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buiten behandelingstelling van herhaalde asielaanvraag wegens onvolledigheid en gebrek aan nieuwe feiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2024 uitspraak gedaan over het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn herhaalde asielaanvraag. De eiser, geboren in 1996, had op 10 mei 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag met een besluit van 21 mei 2024 buiten behandeling gesteld, omdat het formulier M35-O niet volledig was ingevuld en er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de aanvraag konden onderbouwen.

De rechtbank heeft de zaak op 24 juli 2024 behandeld, maar de eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag terecht buiten behandeling was gesteld, omdat de eiser niet had voldaan aan de vereisten voor het indienen van een asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de aanvraag konden rechtvaardigen, en dat de stellingen van de eiser over bedreigingen door mensensmokkelaars en zijn seksuele gerichtheid onvoldoende waren onderbouwd.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 25 juli 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week na verzending van het proces-verbaal een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.22254
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. A.S. Sewman),

en
de Minister van Asiel en Migratie (dan wel diens rechtsvoorgangers), de minister (gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn herhaalde asielaanvraag. Eiser is van Nigeriaanse nationaliteit en geboren op [geboortedatum] 1996. Hij heeft op 10 mei 2024 een herhaalde aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 21 mei 2024 deze aanvraag buiten behandeling gesteld.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL24.22255, op 24 juli 2024 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft daarvoor de volgende motivering.
2. De rechtbank is van oordeel dat de aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld. De rechtbank stelt vast dat eiser een derde asielaanvraag heeft gedaan en heeft nagelaten om het formulier M35-O volledig in te vullen. Ook heeft eiser niet de documenten en de gevraagde informatie die verweerder in het voornemen heeft genoemd, overgelegd. Weliswaar heeft eiser printscreens van februari 2024 van een gesprek via Facebook
overgelegd, maar hieruit kan niet worden opgemaakt door wie of door welke bende van mensensmokkelaars eiser wordt bedreigd.
3. Ook heeft eiser nagelaten om de vragen van verweerder terzake zijn gerichtheid en over zijn vriend/partner te beantwoorden. De enkele stelling dat sprake is van identiteitsgroei en dat eiser een partner heeft is onvoldoende. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden. Verweerder heeft eiser naar aanleiding van zijn reactie niet hoeven horen, nu geen sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden.
4. De rechtbank oordeelt dat verweerder de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld. Het beroep is dus ongegrond. Dit betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 juli 2024 door mr. S.G.M. Van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
25 juli 2024

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.