ECLI:NL:RBDHA:2024:13230
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling van herhaalde asielaanvraag wegens onvolledigheid en gebrek aan nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2024 uitspraak gedaan over het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn herhaalde asielaanvraag. De eiser, geboren in 1996, had op 10 mei 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag met een besluit van 21 mei 2024 buiten behandeling gesteld, omdat het formulier M35-O niet volledig was ingevuld en er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de aanvraag konden onderbouwen.
De rechtbank heeft de zaak op 24 juli 2024 behandeld, maar de eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag terecht buiten behandeling was gesteld, omdat de eiser niet had voldaan aan de vereisten voor het indienen van een asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de aanvraag konden rechtvaardigen, en dat de stellingen van de eiser over bedreigingen door mensensmokkelaars en zijn seksuele gerichtheid onvoldoende waren onderbouwd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 25 juli 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week na verzending van het proces-verbaal een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met de uitspraak.