ECLI:NL:RBDHA:2024:13224

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.19674
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens gelijktijdige beslissing op beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te maken met een afwijzing van zijn aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze afwijzing vond plaats op 29 april 2024 en werd door de verweerder als kennelijk ongegrond bestempeld. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 27 juni 2024, samen met een andere zaak (NL24.19673). In de uitspraak van diezelfde dag is geoordeeld over het beroep van eiser, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, en is openbaar gemaakt op 28 juni 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.19674
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E. Sweerts).

Procesverloop

Bij besluit van 29 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.19673, op 27 juni 2024 op zitting behandeld.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.19673, heeft de rechtbank geoordeeld over het beroep van eiser. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
zaaknummer: NL24.19674
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
28 juni 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.