ECLI:NL:RBDHA:2024:13169
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.W.B. van Twist, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. L.S. Hartog, afgewezen bij besluit van 27 mei 2024, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Het onderzoek is vervolgens gesloten.
In de uitspraak van dezelfde dag, onder zaaknummer NL24.22487, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.