ECLI:NL:RBDHA:2024:13069
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in asielzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers tegen het uitblijven van een beslissing op hun aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eisers het verschuldigde griffierecht van € 187 niet tijdig hebben betaald. De griffier had eisers op 13 juli 2024 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de mededeling dat dit binnen twee weken voldaan moest zijn. De brief werd op 16 juli 2024 bezorgd, maar eisers hebben het griffierecht niet op tijd betaald en hebben geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor kon de rechtbank niet inhoudelijk op het beroep ingaan en bleef het bestreden besluit in stand. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.