Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Lichter middel
Ambtshalve toetsing
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De vreemdeling, eiser, was op 10 juli 2024 in bewaring gesteld door de Minister van Asiel en Migratie op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 22 juli 2024 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, waaronder de stelling dat hij onterecht op basis van een dubbele titel was gedetineerd en dat de minister niet had voldaan aan de informatieplicht zoals voorgeschreven in artikel 5.3 van het Vreemdelingenbesluit 2000. De rechtbank oordeelde dat de minister voldoende had gemotiveerd waarom de maatregel van bewaring noodzakelijk was en dat er geen sprake was van een dubbele titel. Ook werd geoordeeld dat de minister voldoende voortvarend had gehandeld in de overdracht van eiser naar Spanje, en dat de argumenten van eiser over het gebruik van een tolk op C1-niveau niet voldoende onderbouwd waren. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 juli 2024.