Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Marokkaanse nationaliteit. De maatregel was opgelegd door de Minister van Migratie en Asiel op 13 juli 2024, met als doel de identiteit en nationaliteit van de eiser vast te stellen en gegevens te verkrijgen voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht.
Tijdens de zitting op 22 juli 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. H.K. Jap A Joe, en is er een tolk aanwezig geweest. De minister werd vertegenwoordigd door mr. G.T. Cambier. Eiser heeft aangevoerd dat hij volstaan had kunnen worden met een lichter middel dan de maatregel van bewaring, aangezien hij een asielaanvraag had ingediend en een partner en kind heeft bij wie hij kan verblijven. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gronden voor de maatregel van bewaring, zowel zwaar als licht, voldoende zijn om de maatregel te rechtvaardigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een risico op onttrekking aan toezicht bestaat, gezien het feit dat eiser eerder met onbekende bestemming is vertrokken. De rechtbank heeft ook ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring op enig moment onrechtmatig was, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval was. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.