ECLI:NL:RBDHA:2024:12946
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 14 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die hij op 16 augustus 2023 had ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 16 februari 2024. Echter, met de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 16 november 2024 ligt. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 sprake was van een situatie die deze verlenging rechtvaardigde. Hierdoor was de ingebrekestelling van 21 februari 2024 prematuur, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van eiser, omdat de procedure niet correct is gevolgd. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 13 augustus 2024 door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. R. de Mul, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.