3.1.Verweerder heeft het eerste element geloofwaardig geacht en elementen 2 en 3 niet geloofwaardig geacht. Daarbij is volgens verweerder van belang dat eiseres geen verschoonbare reden heeft gegeven waarom ze dit asielmotief niet bij haar eerste asielaanvraag naar voren heeft gebracht. Verder acht verweerder van belang dat eiseres haar gevoelens wel voldoende inzichtelijk heeft gemaakt, maar haar proces van zelfacceptatie niet. Ten aanzien van de voorgaande relaties overweegt verweerder dat eiseres niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe deze relaties tot stand zijn gekomen. Bovendien komen de verklaringen van eiseres over [naam 1] niet overeen met [naam 1] ’s sociale media account. Verder heeft verweerder tegengeworpen dat eiseres nauwelijks kennis heeft van LHBTI organisaties in Nederland. Bovendien heeft eiseres tegenstrijdig verklaard over haar beslissing om juist in Nederland asiel aan te vragen.
Wat vindt eiseres?
4. Eiseres stelt zich op het standpunt dat haar aanvraag ten onrechte is afgewezen. Eiseres behoort tot de LHBTI-gemeenschap. Verweerder heeft volgens eiseres geloofwaardig bevonden dat eiseres gevoelens voor vrouwen heeft. Daarnaast heeft eiseres haar relaties wel inzichtelijk gemaakt. Verder heeft verweerder bij de beoordeling van de aanvraag het beleid niet toegepast. Zo is het thema over discriminatie, repressie en vervolging het land van het herkomst niet of niet kenbaar behandeld. Daarbij heeft verweerder ten onrechte overwogen dat eiseres ongerijmd heeft verklaard over haar uitreis. De reis was voor eiseres geregeld. Bij schriftelijke reactie van 30 juli 2024 heeft eiseres verder verklaard dat haar neef contacten had bij de grensbewaking en zodoende haar heeft geholpen het land te verlaten. Ook zou de Ugandese grensbewaking niet door de politie zijn geïnformeerd omdat de politie meestal slechts papieren dossiers heeft. Het besluit is daarom onzorgvuldig.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Geloofwaardigheidsbeoordeling geaardheid (tweede element)
5. Bij de beoordeling of eiseres al dan niet tot de LHBTI-gemeenschap behoort, maakt verweerder gebruik van werkinstructie 2019/17. Kort samengevat beoordeelt verweerder de gestelde seksuele gerichtheid aan de hand van de volgende vier thema’s: Privéleven; Huidige en voorgaande relaties, contacten in het land van herkomst en contact met of kennis van lhbti groepen; Contact met lhbti’s in Nederland en kennis van de Nederlandse situatie; Discriminatie, repressie en vervolging in land van herkomst. Deze thema’s worden door verweerder in onderlinge samenhang beoordeeld.
6. Anders dan eiseres stelt, heeft verweerder niet geloofwaardig gevonden dat eiseres op vrouwen valt. Dat staat niet in het bestreden besluit. Wel heeft eiseres haar gevoelens over de ontdekking van haar geaardheid volgens verweerder voldoende inzichtelijk gemaakt. Dit is ter zitting besproken en tussen partijen niet (langer) in geschil.
7. Volgens verweerder heeft eiseres echter onvoldoende inzicht gegeven in haar proces van zelfacceptatie. Zij heeft weliswaar het begin van dit proces inzichtelijk gemaakt, maar het laatste zetje niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder dit echter niet goed gemotiveerd. Op meerdere momenten tijdens de gehoren heeft eiseres aangegeven dat zij bang was en dat zij heeft geprobeerd om van haar geaardheid af te komen. Verder heeft zij verklaard dat zij erachter kwam dat haar schoolvriendin [naam 2] ook lesbisch bleek, dat dit haar heeft geholpen tot rust te komen, dat zij zichzelf kon accepteren omdat er iemand was die op haar leek, dat zij wist dat er niks met haar aan de hand was en dat zij door het gesprek met [naam 2] tot de gedachte is gekomen dat God haar zo heeft gemaakt en dat zij de gevoelens niet weg kan halen. Eiseres heeft toegelicht dat zij zichzelf niet in een dag of in een keer heeft geaccepteerd, maar dat zij een heel proces heeft doorlopen, dat het gesprek met [naam 2] haar een duw in de rug heeft gegeven, dat dit de druppel was.De rechtbank merkt op dat eiseres op de verschillende vragen over haar acceptatie voldoende gedetailleerd en consistent heeft verklaard en is tegen deze achtergrond van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiseres geen (of onvoldoende) inzicht zou hebben gegeven in haar proces van zelfacceptatie. Ter zitting heeft verweerder verduidelijkt dat hij graag antwoord had gekregen op de vraag of eiseres zich bijvoorbeeld anders is gaan gedragen nadat zij zichzelf had geaccepteerd. Maar deze vraag is haar niet gesteld. Er is alleen gevraagd naar hoe eiseres zich voelde na het omslagmoment.
Thema: huidige en voorgaande relaties, contacten in het land van herkomst en contact met of kennis van lhbti groepen
8. Verweerder heeft wel aan eiseres mogen tegenwerpen dat zij met betrekking tot haar kortstondige relaties niet voldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe deze relaties tot stand zijn gekomen. Eiseres heeft verklaard over het gedrag van andere vrouwen en dat zij er daardoor achter kwam dat deze vrouwen lesbisch zijn, zij heeft echter niet toegelicht om welk gedrag dit dan ging. Verder heeft verweerder terecht aan eiseres tegengeworpen dat de verklaringen van eiseres over [naam 1] op wezenlijke onderdelen niet overeenkomen met diens sociale media account. Uit het sociale media account van [naam 1] blijkt dat zij zes kinderen heeft, terwijl eiseres heeft verklaard dat [naam 1] vier kinderen heeft. Verweerder heeft daarom mogen tegenwerpen dat eiseres op dit onderdeel tegenstrijdig heeft verklaard.
Thema: contact met lhbti’s in Nederland en kennis van de Nederlandse situatie
9. Volgens werkinstructie 2019/17 kan kennis van de LHBTI organisaties in Nederland bijdragen aan de geloofwaardigheid van de gestelde seksuele gerichtheid, maar andersom is het niet zo dat geen kennis van LHBTI organisaties in Nederland afbreuk zou kunnen doen aan de geloofwaardigheid hiervan. Verweerder heeft dan ook ten onrechte aan eiseres tegengeworpen dat zij weinig contact heeft met LHBTI’ers in Nederland of kennis heeft van de Nederlandse situatie.
10. Wel heeft verweerder tegen mogen werpen dat zij enerzijds heeft verklaard dat zij geen tijd had om onderzoek te doen naar het land waar zij naartoe wilde vluchtenen anderzijds dat zij specifiek naar Nederland wilde komen.
Thema: discriminatie, repressie en vervolging in land van herkomst
11. Anders dan eiseres heeft betoogd, heeft verweerder dit thema naar het oordeel van de rechtbank voldoende kenbaar meegenomen in de beoordeling. Dat dit thema niet een apart kopje heeft in het voornemen is hersteld bij het bestreden besluit. Ook heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank voldoende verduidelijkt welke er overlap zit tussen dit thema en het derde element en dat de beoordeling van het derde element eveneens geldt als beoordeling van dit thema. Daarbij heeft verweerder aan eiseres mogen tegenwerpen dat zij legaal heeft kunnen uitreizen. Dat contactpersonen van haar neef haar hebben geholpen om legaal uit te kunnen reizen heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt. Deze stelling laat zich bovendien moeilijk rijmen met haar stelling de politie uit haar woonplaats meestal papieren dossiers gebruikt en daarom de grensbewaking niet had geïnformeerd. In dat geval had eiseres namelijk geen maatregelen hoeven nemen om het land veilig te verlaten.
Conclusie geloofwaardigheid geaardheid (geaardheid)
12. Verweerder heeft niet goed gemotiveerd waarom eiseres onvoldoende inzicht heeft gegeven in het proces van zelfacceptatie. Ook heeft verweerder ten onrechte tegengeworpen dat eiseres weinig contact heeft met LHBTI’ers in Nederland of kennis van de situatie van LHBTI’ers in Nederland. Het besluit is daarom gebrekkig.
Geloofwaardigheidsbeoordeling problemen vanwege geaardheid (derde element)
13. Eiseres heeft geen (aparte) gronden gericht tegen de geloofwaardheidsbeoordeling van het derde element ‘problemen vanwege de geaardheid’. Omdat de rechtbank hiervoor echter heeft geoordeeld dat sprake is van een motiveringsgebrek in de geloofwaardigheidsbeoordeling van de geaardheid, en dit gebrek doorwerkt in de geloofwaardigheidsbeoordeling van het derde element, zal verweerder ook voor dit derde element een nieuwe beoordeling moeten maken, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak.