ECLI:NL:RBDHA:2024:12719
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens vrijwillig vertrek naar land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2024 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die op 20 maart 2024 door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen. Eiser had beroep ingesteld tegen deze afwijzing, maar tijdens de procedure bleek dat hij op 2 augustus 2024 vrijwillig was vertrokken naar zijn land van herkomst, Algerije, met behulp van IOM/NGO. De rechtbank heeft op 18 april 2024 de zaak behandeld, maar het onderzoek werd geschorst in afwachting van een uitspraak van de wrakingskamer, die op 27 mei 2024 heeft plaatsgevonden. Op 8 augustus 2024 is het onderzoek hervat en zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zelfstandig is vertrokken en een geldig Algerijns paspoort heeft overgelegd. Sinds zijn vertrek heeft de gemachtigde van eiser geen contact meer met hem gehad, en eiser reageert niet op e-mails. De rechtbank concludeert dat eiser zich niet beschikbaar houdt voor de verweerder en dat hij geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.