Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 21 juli 2023 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
[de man] ,
Procedure
- het verzoekschrift van de vrouw;
- het F9-formulier 18 augustus 2023 van de vrouw, met bijlagen;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken van de man, ingekomen op 11 oktober 2023;
- het verweerschrift op zelfstandige verzoeken van de vrouw, ingekomen op 1 november 2023;
- het F9-formulier van 7 november 2023 van de vrouw;
- het F9-formulier van 9 april 2024 van de vrouw;
- het F9-formulier van 19 juni 2024 van de man, met brief en bijlagen;
- het F9-formulier van 20 juni 2024 van de vrouw, met brief en bijlagen;
- het F9-formulier van 25 juni 2024 van de vrouw, met brief en aanvullend verzoek met betrekking tot gezag en bijlagen;
- het F9-formulier van 2 juli 2024 van de man, met brief en bijlagen.
gecombineerde behandelingvan zowel onderhavig verzoek als het verzoek tot wijziging voorlopige voorzieningen (C/09/665935 / FA RK 24-3278) en het verzoek in het kader van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) (C/09/665893 / FA RK 24-3262). Op deze laatste verzoeken wordt bij afzonderlijke beschikking beslist.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Feiten
- Partijen zijn met elkaar gehuwd op 16 april 2009 te Houten.
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2010 te [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2011 te [geboorteplaats 2] ;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag 3] 2015 te [geboorteplaats 2] ;
- [minderjarige 4] , geboren op [geboortedag 4] 2018 te [geboorteplaats 2] .
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.
- Deze rechtbank heeft op 18 oktober 2023 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover van belang, inhoudende dat:
- de minderjarigen aan de vrouw worden toevertrouwd;
- met ingang van 3 november 2023 de volgende vierwekelijkse (birdnesting)regeling geldt:
- de moeder niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar verzoek omtrent diabetesbegeleiding;
- de vader met ingang van 1 november 2023 aan de moeder een kinderalimentatie van € 256,- per kind per maand zal betalen.
- De vrouw staat volgens de Basisregistratie Personen (BRP) met ingang van 5 april 2024 ingeschreven op het adres [adres] ( [postcode] ) te [woonplaats 1] , gemeente [gemeente 1] .
- Bij beschikking van deze rechtbank van 31 juli 2024 (C/09/665893 / FA RK 24-3262) heeft de rechtbank, voor zover hier relevant, de vrouw vervangende toestemming verleend voor een verhuizing met de kinderen naar het adres [adres] ( [postcode] ) te [woonplaats 1] , gemeente [gemeente 1] en voor de inschrijving van [minderjarige 3] en [minderjarige 4] op een school in [woonplaats 1] .
- Bij beschikking van deze rechtbank van 31 juli 2024 (C/09/665935 / FA RK 24-3278) is het verzoek van de vrouw tot wijziging voorlopige voorzieningen afgewezen.
Verzoek en verweer
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- vaststelling van door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie van € 324,- per kind per maand, met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- vaststelling van een door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie van € 54,- bruto per maand, met ingang van de datum van inschrijving van de scheiding van tafel en bed, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- bepaling dat de vrouw gerechtigd is tot het voortgezet gebruik van de echtelijke woning aan de Tilanussingel 49 (2641 VB) te Pijnacker, gedurende zes maanden na inschrijving van de scheiding van tafel en bed;
- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap conform het voorstel van de vrouw, en in dat kader:
- partijen te veroordelen om over te gaan tot verkoop van de woning, door tussenkomst van een nader overeen te komen makelaar, met inachtneming van de termijn waarbinnen de vrouw het voortgezet gebruik van de woning heeft en te verklaren voor recht dat aan ieder van partijen toekomt de helft van de verkoopopbrengst, na aflossing van de hypotheekschuld en betaling van makelaarskosten en overige verkoopkosten;
- partijen te veroordelen om over te gaan tot beëindiging van de beide bankspaarrekeningen bij ABN AMRO die zijn afgesloten met het oog op de aflossing van de hypotheekschuld bij ABN AMRO en te verklaren voor recht dat aan ieder van partijen de helft van het saldo per beëindiging van deze rekeningen toekomt;
- de beleggingsrekeningen bij Binck Bank en DeGiro als genoemd in de aangifte IB 2022 (productie 2, pagina 5) toe te delen aan de man, onder de verplichting om aan de vrouw te voldoen de helft van de waarde per peildatum;
- de (saldi op de) bankrekeningen bij ABN AMRO met nummers eindigend op [bankrekening 1] , [bankrekening 2] en [bankrekening 3] , de bankrekening in Groot-Brittannië en alle overige op naam van de man staande bankrekeningen aan hem toe te delen, evenals de contante opname van € 800,-, onder de verplichting om aan de vrouw te voldoen de helft van de saldi per peildatum en een bedrag van € 400,- ter verrekening van zijn contante gelden;
- de bankrekening bij de ABN AMRO met nummer eindigend op 471 op naam van de vrouw;
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] bij de man;
- vaststelling van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (zorgregeling) ten aanzien van alle kinderen in de vorm van een week op week af regeling, waarbij de kinderen van vrijdag tot vrijdag een week bij de ouders verblijven;
- vaststelling van de verdeling van de vakanties en feestdagen, waarbij de kinderen bij de man zijn:
- de helft van de algemene feestdagen en gebruikelijke schoolvakanties;
- bijzondere gelegenheden zoals de verjaardagen van de kinderen en de vader en Vaderdag;
- voorwaardelijk: vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man en een nader aan te geven zorgregeling tussen de vrouw en de kinderen vast te stellen waarbij de vrouw zal zorgdragen voor het halen en brengen, althans een beslissing te nemen die de rechtbank juist acht;
- subsidiair, als er kinderalimentatie wordt vastgesteld: vaststelling van door de man te betalen kinderalimentatie van € 47,- per maand ten behoeve van [minderjarige 1] en van € 174,- per kind per maand ten behoeve van de drie dochters (indien de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] bij de man zal zijn), met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheiding;
- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap conform het voorstel van de man in de punten 34 tot en met 38 van het verweerschrift en conform de brief van 19 juni 2024;
- bepaling dat de man gerechtigd is tot het voortgezet gebruik van de echtelijke woning aan de Tilanussingel 49 (2641 VB) te Pijnacker, met inboedel, gedurende zes maanden vanaf de inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand;
Beoordeling
Beslissing
- [minderjarige 1] Thomas Calvert, geboren op [geboortedag 1] 2010 te ’s-Gravenhage;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2011 te Pijnacker-Nootdorp;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag 3] 2015 te Pijnacker-Nootdorp;
- [minderjarige 4] , geboren op [geboortedag 4] 2018 te Pijnacker-Nootdorp;
- voorjaarsvakantie: even jaren bij de man, oneven jaren bij de vrouw;
- meivakantie: altijd eerste week bij de vrouw, tweede week bij de man (in verband met Koningsdag);
- zomervakantie: even jaren eerste drie weken bij de man en laatste drie weken bij de vrouw, oneven jaren eerste drie weken bij de vrouw en laatste drie weken bij de man;
- herfstvakantie: oneven jaren bij de man, even jaren bij de vrouw;
- kerstvakantie: even jaren eerste week bij de man en tweede week bij de vrouw, oneven jaren eerste week bij de vrouw en tweede week bij de man;
- Pasen: even jaren bij de vrouw, oneven jaren bij de man;
- Pinksteren: even jaren bij de vrouw, oneven jaren bij de man;
- Hemelvaartsdag: even jaren bij de vrouw, oneven jaren bij de man;