In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 augustus 2024, in de zaak tussen de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland en het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, wordt het beroep van eisers tegen een ontheffing voor het verjagen van grauwe ganzen en kolganzen behandeld. De ontheffing, verleend op 15 november 2022, staat afschot toe van deze vogels gedurende de winterperiode op percelen met kwetsbare gewassen. De rechtbank oordeelt dat de ontheffing noodzakelijk is ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, ondanks de bezwaren van eisers die stellen dat er al een provinciale vrijstelling bestaat en dat de onderbouwing van de schade niet voldoende is. De rechtbank wijst erop dat de ontheffing specifiek gericht is op het verjagen van ganzen en niet op het reduceren van hun populaties. De rechtbank concludeert dat de verleende ontheffing niet verder gaat dan strikt noodzakelijk is en dat de methoden die zijn aangewezen voor de uitvoering van de ontheffing, zoals het gebruik van lokmiddelen, rechtmatig zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de geldigheid van de ontheffing.