ECLI:NL:RBDHA:2024:12523

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 augustus 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.18045
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking van beroep inzake machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft verzoekster, een Ugandese vrouw, op 15 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij haar referent in Nederland te verblijven. Na een lange periode van wachten, heeft verzoekster op 1 november 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. De rechtbank heeft op 14 december 2023 het beroep gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen. Op 13 mei 2024 heeft de minister uiteindelijk de aanvraag ingewilligd, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en verzocht om een vergoeding van proceskosten.

De rechtbank heeft het verzoek om vrijstelling van het griffierecht toegewezen, waardoor verzoekster geen griffierecht hoeft te betalen. De rechtbank heeft vervolgens, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft overwogen dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verzoekster haar beroep heeft ingetrokken omdat de minister aan haar verzoek heeft voldaan, is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster eerder een beroep had ingesteld tegen het uitblijven van een besluit en dat de minister een dwangsom zou verbeuren als hij niet tijdig zou beslissen. Echter, omdat het tweede beroep was ingesteld voordat de maximale dwangsom was volgelopen, was dit beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen als kennelijk ongegrond, en heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.18045

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum]
van Ugandese nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. F. van Dijk),
mede namens haar minderjarige kinderen:

[naam] ,

geboren op [geboortedatum] ,
van Ugandese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]

[naam] ,

geboren op [geboortedatum] ,
van Ugandese nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister.

Inleiding

Verzoekster heeft op 15 augustus 2022 een aanvraag ingediend om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinsleden bij [naam] (referent) in het kader van nareis.
Verzoekster heeft op 1 november 2023 tegen het uitblijven van een besluit een beroepschrift ingediend. Bij uitspraak van 14 december 2023 heeft deze rechtbank en zittingsplaats het beroep van verzoekster gegrond verklaard (NL23.34547). De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen zestien weken alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken.
Op 24 april 2024 heeft verzoekster wederom een beroep ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag.
Bij besluit van 13 mei 2024 heeft de minister aanvraag van verzoekster ingewilligd.
Verzoekster heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om een vergoeding van proceskosten.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht. De rechtbank ziet aanleiding om dit verzoek toe te wijzen. Verzoekster hoeft dus geen griffierecht te betalen.
2. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
3. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
4. Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dat is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
5. Verzoekster heeft eerder, in 2023, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op haar aanvraag van 15 augustus 2022. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft in de uitspraak van 14 december 2023 dat beroep gegrond verklaard en een beslistermijn van zestien weken opgelegd. Wanneer de minister hier niet aan voldoet verbeurt hij een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-.
6. De rechtbank overweegt dat volgens het landelijk beleid van 25 maart 2020 een opvolgend beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk wordt verklaard als het is ingesteld voordat de maximale dwangsom is volgelopen. [1] Verzoekster heeft het tweede beroep tegen het niet tijdig beslissen ingediend op 24 april 2024. Dat betekent dat de maximale dwangsom nog niet was volgelopen.
7. Nu er geen sprake was van een ontvankelijk beroep, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van geheel of gedeeltelijk tegemoetkomen aan verzoekster in de zin van artikel 8:75a van de Awb. De rechtbank wijst het verzoek af als kennelijk ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
F.Q. Peters, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/beleidslijn-beroepen-niet-tijdig-vr.pdf.