ECLI:NL:RBDHA:2024:12484

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
23/7248
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een beroep tegen de beslissing op een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) met betrekking tot de openbaarmaking van documenten

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2024, wordt het beroep van de Bewonersorganisatie Havenkwartier tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag beoordeeld. Eiseres had een verzoek ingediend op basis van de Wet open overheid (Woo) om toegang te krijgen tot documenten met betrekking tot de besluitvorming over een omgevingsvergunning voor een bedrijfsverzamelgebouw/hotel aan de Dr. Lelykade. Verweerder had op 23 december 2022 een besluit genomen en op 25 september 2023 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres betoogde dat er meer documenten moesten zijn dan de 90 die door verweerder waren aangetroffen en openbaar gemaakt. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat de zoekslagen van verweerder onzorgvuldig of onvolledig waren geweest. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, waardoor het bestreden besluit in stand bleef. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/7248

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juli 2024 in de zaak tussen

Bewonersorganisatie Havenkwartier, uit Den Haag, eiseres

(gemachtigde: T. van Dijk),
en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder

(gemachtigde: mr. drs. W.M. Logtenberg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de beslissing op haar verzoek in het kader van de Wet open overheid (Woo) [1] .
1.1.
Verweerder heeft met het primaire besluit van 23 december 2022 besloten op het Woo-verzoek. Met het bestreden besluit van 25 september 2023 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 28 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Op 18 november 2021 heeft eiseres een Woo-verzoek gedaan. Met dit verzoek heeft zij gevraagd om alle relevante stukken, waaronder alle documenten, overeenkomsten, (interne) notities, beleidsstukken, gespreksverslagen, alle overige informatie, correspondentie inclusief e-mails en whatsappberichten over de besluitvorming ten aanzien van de uitvraag, beoordeling en verlening van de omgevingsvergunning voor een bedrijfsverzamelgebouw/hotel aan de Dr. Lelykade ter hoogte van nummer 2 over de periode 2016 tot 18 november 2021. Verweerder heeft op 10 augustus 2022 telefonisch contact gehad met eiseres om haar in de gelegenheid te stellen het verzoek te verduidelijken.
2.1.
Verweerder heeft op grond van het Woo-verzoek een zoekslag verricht. Er zijn 75 documenten aangetroffen. Met het primaire besluit zijn deze geheel of gedeeltelijk openbaar gemaakt.
2.2.
Eiseres is hiertegen in bezwaar gegaan. In overleg met eiseres heeft verweerder in maart 2023 een aanvullende zoekslag uitgevoerd. De 15 documenten die toen zijn aangetroffen zijn naar eiseres gestuurd. Daarnaast heeft verweerder gewezen op het bestaan van reeds openbare documenten en verwezen naar de desbetreffende vindplaats op de gemeentelijke website. Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres, met inachtneming van het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften, ongegrond verklaard.
2.3.
Deze zaak gaat over de vraag of de zoekslagen die verweerder heeft uitgevoerd onzorgvuldig of anderszins onvolledig zijn geweest.
Wat vindt eiseres in beroep?
3. Eiseres betoogt dat er meer stukken moeten zijn dan verweerder stelt. Zij voert – kort samengevat – aan dat discussie moet zijn geweest over bepaalde onderwerpen omtrent de (voorbereiding van de) tenderprocedure en gelet op deze discussies zouden er (interne) documenten moeten zijn. Zo zouden er onder andere documenten moeten zijn over het uitnodigen van Ikea/Moxy, terwijl er in het projectdocument geen hotel wordt genoemd. Daarnaast ontbreekt informatie over de uitgenodigde kandidaten en de gehanteerde beoordelingscriteria voor de projectontwikkelaars. Zo is het Scheveningse bedrijfsleven dat oorspronkelijk de discussie rondom het havengebonden bedrijvengebouw in 2006 is gestart niet uitgenodigd en hebben zij zichzelf moeten melden, waarna zij de mededeling kregen dat als er geen hotel in het voorstel voorkomt, zij niet serieus worden genomen. Ook zijn de ontwikkelaars niet eenduidig geïnformeerd. Daarnaast zouden er gesprekken zijn geweest met een betrokken ambtenaar die nu is ontslagen, maar ook hierover zijn geen documenten overgelegd. Dit geldt tevens voor het gewijzigde standpunt over de parkeernorm.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) [2] is het, wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een bepaald document niet of niet meer onder hem berust en een dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, in beginsel aan degene die om informatie verzoekt om aannemelijk te maken dat, in tegenstelling tot de uitkomsten van het onderzoek door het bestuursorgaan, een bepaald document toch onder dat bestuursorgaan berust.
4.1.
Verweerder heeft aangegeven dat de uitgevoerde zoekslagen een uitputtend resultaat hebben opgeleverd en dat de 90 documenten alle aangetroffen informatie is die binnen de reikwijdte van het verzoek van eiseres valt. Verweerder geeft aan dat op verschillende manieren naar documenten is gezocht. Zo is de zoekslag uitgevoerd onder alle betrokken medewerkers, het afdelingsarchief en het Centraal Archief. Daarbij zijn e-mailboxen, netwerkschijven en fysieke archieven en (digitale) dossiers doorzocht op relevante zoektermen, zoals bedrijfsverzamelgebouw, hotel, Ikea, straatnaam en huisnummer, postcode en kadastrale aanduiding. Daarnaast is na overleg met eiseres in medio maart 2023 een aanvullende zoekslag uitgevoerd.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat de uitleg van verweerder dat hij geen andere documenten betreffende de besluitvorming ten aanzien van de uitvraag, beoordeling en verlening van de omgevingsvergunning voor een bedrijfsverzamelgebouw/hotel aan de Dr. Lelykade nummer 2, onder zich heeft niet ongeloofwaardig voorkomt. Het is zodoende aan eiseres om aannemelijk te maken dat er meer documenten onder verweerder zouden berusten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat verweerder, gelet op de door hem voor zijn zoekslagen gegeven motivering, onvoldoende of onjuist zou hebben gezocht. Een enkele niet onderbouwde veronderstelling dat er meer documenten zouden moeten zijn is daartoe onvoldoende. Naar het oordeel van de rechtbank zijn er dus geen concrete aanknopingspunten waaruit blijkt dat de gemaakte zoekslagen niet volledig zijn geweest.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Maas, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 juli 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is met ingang van 1 mei 2022 vervangen door de Woo. Deze nieuwe wet kent geen overgangsrecht, zie artikel 10.1, van de Woo. Dat betekent dat de Woo onmiddellijke werking heeft en dat met ingang van 1 mei 2022 besluiten op vóór de inwerkingtreding van de Woo ingediende Wob-verzoeken met inachtneming van de bepalingen van de Woo moeten worden genomen. Dat geldt in principe ook voor besluiten op bezwaar of besluiten die worden genomen na een bestuurlijke of judiciële lus. Het besluit op bezwaar is genomen in 2023, dus na 1 mei 2022. Dat betekent dat in dit geding de Woo van toepassing is.
2.Zie onder andere de uitspraak van 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:774.