ECLI:NL:RBDHA:2024:12477
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling aanvraag lerarenbeurs wegens ontbrekende stempel op werkgeversverklaring
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buiten behandelingstelling van zijn aanvraag voor een lerarenbeurs voor het studiejaar 2023-2024. De aanvraag werd buiten behandeling gesteld omdat een werkgeversverklaring ontbrak, en de eiser niet tijdig een stempel van de onderwijsinstelling kon overleggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 2 april 2023 een aanvraag indiende, maar deze niet volledig was. Verweerder heeft eiser een termijn gegeven om de ontbrekende stempel te overleggen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. De aanvraag werd op 9 mei 2023 buiten behandeling gesteld, en het bezwaar van eiser werd ongegrond verklaard op 27 juli 2023.
De rechtbank oordeelt dat verweerder de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld. De rechtbank wijst erop dat de regelgeving vereist dat een werkgeversverklaring voorzien is van een stempel van de onderwijsinstelling. Eiser heeft niet binnen de gestelde termijn de benodigde documenten aangeleverd, en de rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen sprake was van onbillijkheid van overwegende aard die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigde. Eiser had de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen voor 15 mei 2023, maar heeft dit nagelaten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af.