ECLI:NL:RBDHA:2024:1242
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak betreffende tijdelijke bescherming
In deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer NL23.14110, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. de Schutter, had eerder een aanvraag ingediend voor tijdelijke bescherming op basis van de Richtlijn tijdelijke bescherming (richtlijn 2001/55/EG). Deze aanvraag werd op 18 april 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. Het bezwaar van verzoeker tegen deze afwijzing werd op 26 juni 2023 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep onder zaaknummer NL23.18797.
De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de eerdere uitspraak op het beroep, er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening. Dit betekent dat het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.