ECLI:NL:RBDHA:2024:12393
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in verband met tegemoetkoming scholieren voor vluchteling uit Oekraïne
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 augustus 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, een Oekraïense vluchteling, afgewezen. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor tegemoetkoming scholieren, maar deze was afgewezen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op basis van haar verblijfsstatus. De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoekster niet voldoende spoedeisend belang heeft, nu de verweerder heeft besloten om haar alsnog tegemoet te komen met VO18+ en studiefinanciering. Dit besluit werd genomen na een e-mail van 24 juli 2024, waarin verweerder zijn eerdere afwijzing herzag. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster de uitspraak op haar beroep en het verzoek om schadevergoeding kan afwachten, en dat er geen aanleiding is voor een voorlopige voorziening. De behandeling van het beroep met verzoek om schadevergoeding zal worden voortgezet, maar het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.