ECLI:NL:RBDHA:2024:12374
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Weigering van een urgentieverklaring voor een woning in het kader van de Toeslagenaffaire met medische complicaties
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster afgewezen. Verzoekster, die slachtoffer is van de Toeslagenaffaire, heeft een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring om haar gezin, dat door de Toeslagenaffaire is uiteengevallen, weer samen te brengen in een grotere woning. Haar twee oudste kinderen zijn uit huis geplaatst, en zij heeft medische zorgen over haar jongste zoon, die astma heeft en is opgenomen in het ziekenhuis vanwege schimmel in de woning. De voorzieningenrechter oordeelt dat de informatie die verzoekster heeft aangeleverd niet voldoende is om een voorlopige voorziening te treffen. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg, heeft de aanvraag afgewezen op basis van een algemene afwijzingsgrond en heeft geen aanleiding gezien om de hardheidsclausule toe te passen. De voorzieningenrechter benadrukt dat het bezwaar van verzoekster nog in behandeling is en dat zij de gelegenheid moet krijgen om haar bezwaar nader aan te vullen. De voorzieningenrechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de medische klachten van verzoekster's zoon direct verband houden met de schimmelproblematiek in de woning. De beslissing op het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en er wordt geen proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht toegekend.