ECLI:NL:RBDHA:2024:12331
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens ontbreken beroepsgronden
Op 31 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een beroep had ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie van 4 juli 2024. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de eiser geen gronden van beroep had ingediend. De eiser was op de hoogte gesteld van het ontbreken van deze gronden en kreeg de kans om dit te herstellen, maar heeft dit niet gedaan. De gemachtigde van de eiser was niet in staat om contact met hem op te nemen, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen verschoonbare reden was voor het niet indienen van de gronden. De rechtbank heeft de uitspraak onmiddellijk na de zitting gedaan, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.