ECLI:NL:RBDHA:2024:12231
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardige identiteit en nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die een asielaanvraag had ingediend, heeft zijn aanvraag zien afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 15 juni 2024. De afwijzing was gebaseerd op de conclusie dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser ongeloofwaardig werden geacht. Eiser had in eerdere verklaringen zowel de Marokkaanse als de Syrische nationaliteit opgegeven, maar tijdens een gehoor op 31 mei 2024 gaf hij aan dat hij alleen de Syrische nationaliteit had. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen bewijs heeft geleverd om zijn claim dat hij geen Marokkaanse nationaliteit heeft te onderbouwen. Bovendien bleek uit biometrische identificatie dat eiser in Italië geregistreerd stond als Marokkaan.
Tijdens de zitting op 25 juli 2024 heeft de gemachtigde van de minister de zaak toegelicht, terwijl eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden. De rechtbank heeft overwogen dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat eiser geen inspanningen heeft geleverd om zijn identiteit aannemelijk te maken. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de afwezigheid van een Marokkaans identiteitsbewijs niet voldoende is om de conclusie van de minister te weerleggen. Eiser heeft geen onderliggende stukken kunnen overleggen die zijn claims ondersteunen, en de rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond bevestigd.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en heeft geoordeeld dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.