Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.E.J.M. van den Toorn, had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 19 mei 2022, verklaarde de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure niet-ontvankelijk. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit niet meer nodig was. Dit was gebaseerd op een eerdere uitspraak van de rechtbank op 4 april 2023, waarin het beroep van verzoeker al was behandeld onder zaaknummer NL22.9194. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000.