Datum uitspraak18 juli 2024Publicatiedatum5 augustus 2024ZaaknummerC/09/662737 / KG ZA 24-210InstantieRechtbank Den HaagTypeUitspraakRechtsgebiedCiviel recht; Intellectueel-eigendomsrecht AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Inbreuk op modellenrecht en merkrechten in kort geding tussen Secrid B.V. en [gedaagde]
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Secrid B.V. en een Poolse eenmanszaak, aangeduid als [gedaagde]. Secrid, een Nederlandse familieonderneming die portemonnees ontwikkelt en verkoopt, vorderde een verbod op inbreuk op haar modelrechten en merkrechten. De voorzieningenrechter oordeelde dat Secrid spoedeisend belang had bij de gevraagde voorzieningen, aangezien de gestelde inbreukmakende handelingen voortduuren. De rechtbank beoordeelde de geldigheid van de modelrechten van Secrid en kwam tot de conclusie dat deze voorshands geldig zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Pularys-portemonnees van [gedaagde] geen andere algemene indruk wekken dan de Secrid-modellen, waardoor sprake was van inbreuk op de modelrechten. Daarnaast werd vastgesteld dat [gedaagde] inbreuk maakte op de SECRID-merken door gebruik te maken van de hashtag #secrid op sociale media. De vorderingen van Secrid werden grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vorderingen op basis van merkinbreuk, aangezien [gedaagde] had aangegeven de betreffende hashtags niet meer te zullen gebruiken. De rechtbank legde [gedaagde] een dwangsom op en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten aan Secrid.
Voetnoten
1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)
3.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
4.Auteurswet
5.Burgerlijk Wetboek
6.HvJ EU 27 Apr 2023, C-104/22 (Lännen/MCE), ECLI:EU:C:2023:343
7.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
8.HvJ EU 19 juni 2014, C345/13 (Karen Millen), NJ 2015/250, r.o. 23 t/m 25 en 35
9.HvJ EU 20 oktober 2011, C-281/10 P (PepsiCo & Grupo Promer/BHIM), NJ 2012/443, r.o. 53 en 55
10.HvJEU 8 maart 2018, zaak C-395-16, ECLI:EU:C:2018:172 (Doceram/CeramTec)
11.Voor een volledig overzicht: productie GP03 voor de Miniwallet en productie GP10 voor de Slimwallet
12.HvJ EU 20 oktober 2011, C-281/10 P, (PepsiCo & Grupo Promer/BHIM), r.o. 73 en Gerechtshof Den Haag 13 augustus 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3356 (Bang & Olufsen/Loewe), r.o. 15 14.Gerechtshof Den Haag 18 mei 2010: BMW v. Inter-Tyre (IEPT20100518/IER 2010,67)