ECLI:NL:RBDHA:2024:12208
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en culturele achtergrond in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had zijn aanvraag ingediend, maar deze was door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft eerder een tussenuitspraak gedaan waarin werd vastgesteld dat de minister onvoldoende rekening had gehouden met het referentiekader van eiser, waaronder zijn culturele achtergrond. De rechtbank heeft de minister de gelegenheid gegeven om het geconstateerde gebrek te herstellen.
De minister heeft vervolgens een nieuw besluit genomen, maar de rechtbank oordeelt dat ook dit besluit niet deugdelijk is gemotiveerd. Eiser heeft in zijn schriftelijke reactie betoogd dat de minister niet voldoende heeft aangetoond hoe zijn culturele achtergrond is meegenomen in de beoordeling van zijn verklaringen over biseksualiteit en gevoelens. De rechtbank concludeert dat de minister in beide besluiten, het bestreden besluit en het nieuwe besluit, niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de culturele achtergrond van eiser geen invloed zou hebben op zijn verklaringen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de eerdere besluiten vernietigd en de minister opgedragen om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser, met inachtneming van de overwegingen in de tussenuitspraak en deze uitspraak. Tevens is de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser.