Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 8 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Ter zitting zijn verschenen [naam 1] , en [naam 2] namens Haag Wonen, bijgestaan door [gemachtigde] als gemachtigde, en [gedaagde] , bijgestaan door een tolk en door mr. Z. Eker;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Bij brief van april 2021 heeft Haag Wonen de nieuwe huurprijs na huurverhoging met ingang van 1 juli 2021 aan [gedaagde] medegedeeld van € 594,75.
- Bij brief van april 2022 heeft Haag Wonen de nieuwe huurprijs na huurverhoging met ingang van 1 juli 2022 aan [gedaagde] medegedeeld van € 606,70.
- Bij brief van april 2023 heeft Haag Wonen de nieuwe huurprijs na huurverhoging met ingang van 1 juli 2023 aan [gedaagde] medegedeeld van € 665,52.
- Laatstelijk is [gedaagde] vanaf 1 januari 2024 een bedrag van € 668,21 per maand verschuldigd aan huur na aanpassing van het voorschot van de stookkosten.