In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 juli 2024, in de zaak SGR 23/8570, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor blauwe historische kentekenplaten behandeld. Eiser had zijn aanvraag op 24 mei 2023 ingediend, maar deze werd afgewezen. Het bezwaar dat eiser indiende op 5 juli 2023 werd door verweerder, de algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer (RDW), niet-ontvankelijk verklaard op 27 juli 2023, omdat eiser geen geldige machtiging had overgelegd.
De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht het bezwaar niet inhoudelijk heeft behandeld. Eiser had een machtiging overgelegd die niet specifiek genoeg was, en verweerder had eiser de kans gegeven om dit verzuim te herstellen. Eiser heeft echter niet voldaan aan deze mogelijkheid, aangezien de opnieuw ingediende machtiging met de toevoeging 'RDW' nog steeds niet voldeed aan de vereisten. De rechtbank concludeert dat de machtiging niet geldig was, waardoor verweerder het bezwaarschrift niet-ontvankelijk kon verklaren.
De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep ongegrond is, en dat eiser het door hem betaalde griffierecht niet terugkrijgt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.