ECLI:NL:RBDHA:2024:12076
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele procedure
Op 30 juli 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [bedrijf] B.V. tegen mr. A.J. Japenga, kantonrechter in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de kantonrechter zich niet aan de procedure had gehouden, onvoldoende gelegenheid had gegeven voor voorbereiding, en dat er geen tolk aanwezig was tijdens de zitting. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer concludeerde dat de kantonrechter niet vooringenomen was en dat de klachten van verzoeker niet voldoende waren om tot wraking over te gaan. De beslissing van de kantonrechter om het aanhoudingsverzoek af te wijzen, werd als een reguliere rechterlijke beslissing beschouwd en kon niet als grond voor wraking dienen. De wrakingskamer benadrukte dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor de kantonrechter om een tolk te regelen in civiele zaken. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de hoofdzaak voortgezet kan worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.