ECLI:NL:RBDHA:2024:12071
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
Op 30 juli 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Het verzoek was gericht tegen mr. P. Burgers, de rechter die betrokken was bij een strafzaak waarin de verzoeker werd geconfronteerd met een gijzeling wegens het niet betalen van een ontnemingsvordering. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R. Römelingh, stelde dat de rechter vooringenomen was en dat de motivering van de beslissing om het aanhoudingsverzoek af te wijzen gebrekkig was. De wrakingskamer oordeelde dat de rechterlijke onpartijdigheid niet in het geding was en dat de motivering van de beslissing niet kon worden aangemerkt als blijk van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden nodig zijn om aan te nemen dat deze onpartijdigheid in gevaar is. De wrakingskamer besloot dat het verzoek tot wraking niet toewijsbaar was en dat de procedure in de strafzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.