ECLI:NL:RBDHA:2024:11860
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- D.M. Schuiling
- L.J. van der Veen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenvergoeding
Op 30 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.23663 en NL24.23665, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H.M.A. Breuls, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. P. Boelhouwer, niet in behandeling genomen op basis van de verantwoordelijkheid van Kroatië voor de behandeling van deze aanvragen.
De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 10 juli 2024, waar verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de bodemzaken NL24.23662 en NL24.23664.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, maar heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, vastgesteld op € 875,-. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht en moet door verweerder aan de rechtsbijstandverlener worden betaald, aangezien aan verzoekers een toevoeging is verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.