ECLI:NL:RBDHA:2024:11716
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor pergola in strijd met redelijke eisen van welstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, dat een omgevingsvergunning voor het bouwen van een pergola op het dakterras van eiser had geweigerd. Het primaire besluit tot weigering van de vergunning dateert van 21 maart 2022, en het bestreden besluit, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard, is genomen op 19 september 2022. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangevraagde pergola niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand, zoals vastgesteld in de welstandsnota 2017. De welstandscommissie had op 23 februari 2022 een negatief advies gegeven, waarin werd gesteld dat de pergola een wezensvreemd element is en niet in overeenstemming is met de architectonische samenhang van het hoofdgebouw. Tijdens de zitting heeft de rechtbank bevestigd dat de pergola zichtbaar zal zijn vanuit de openbare ruimte, wat ook een belangrijk aspect is in de beoordeling van de welstandseisen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Dit betekent dat de weigering om de omgevingsvergunning te verlenen in stand blijft, maar dat eiser recht heeft op terugbetaling van het griffierecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de motivering van het welstandsadvies onvoldoende duidelijk was, wat heeft geleid tot de vernietiging van het bestreden besluit. Eiser heeft geen recht op vergoeding van proceskosten, aangezien hij voor zichzelf procedeert.