ECLI:NL:RBDHA:2024:11662
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- S.G.M. van Veen
- M.M.A.F.C. Lienaerts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak van Syrische familie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2024 uitspraak gedaan in de zaken NL24.20093 en NL24.20095, waarin verzoekers, een Syrische familie, een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. De verzoekers, bestaande uit een minderjarige en haar ouders, hebben asiel aangevraagd, maar hun aanvragen zijn door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 3 juli 2024, waar verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. I.M. Zuidhoek, en de minister, vertegenwoordigd door mr. S. Zuithoff, aanwezig waren. Tijdens de zitting is ook een tolk, M. El Maidoubi, ingeschakeld. De verzoekers hebben gesteld van Syrische nationaliteit te zijn en hebben hun geboortedata opgegeven. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aan de voorlopige voorziening gerelateerde zaken NL24.20092 en NL24.20094, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.