Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De minister van Asiel en Migratie had op 26 juni 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 8 juli 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en heeft hij zijn standpunt toegelicht. Eiser stelt dat hij nu wil meewerken aan zijn vertrek naar Algerije, maar de rechtbank oordeelt dat de gronden voor de maatregel van bewaring, met name dat eiser niet of niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit, feitelijk juist zijn en voldoende zijn gemotiveerd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring onrechtmatig was, maar oordeelt dat dit niet het geval is. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 juli 2024.