Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. A. Hol),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De minister van Asiel en Migratie had op 20 juni 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 8 juli 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en heeft hij zijn standpunt toegelicht. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Eiser stelt dat hij wil meewerken aan zijn vertrek naar Algerije, maar de rechtbank oordeelt dat de gronden voor de maatregel van bewaring, met name de zware gronden 3e en 3i, feitelijk juist zijn en voldoende zijn gemotiveerd. De rechtbank concludeert dat de eerdere stellingen van eiser over zijn medewerking niet voldoende zijn om de maatregel te weerleggen. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring onrechtmatig was, maar oordeelt dat dit niet het geval is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.