Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
in de zaak van het verzoek en het voorwaardelijk tegenverzoek
2.De feiten
in de zaak van het verzoek en het voorwaardelijk tegenverzoek
“Heb je al nagedacht over jouw idee betreffende financiële vergoeding?”;
“Ik zou graag 20,- bruto per uur willen. Dan kom ik uit op 480,- bruto per week voor 24 uur. (…) Als je je hierin kan vinden kunnen we misschien na 3 maanden een evaluatie gesprek houden en kijken hoe je er dan tegenover staat.”;
“Hoort aannemelijk jouw voorstel. Resterende vraag: het bedrag veranderd voor zowel jou als mij belastingtechnisch gezien qua vorm van samenwerking. Wat is jouw idee omtrent de contract vorm? Wil je werken als zelfstandige vanuit Bijv. een 1 mans zaak of een 0 uren contract of een vorm van een vast contract?”;
“Als je tijd hebt, kunnen we dan mijn contract opstellen aankomende week?”. Op diezelfde dag (08:33:44 uur) reageert de werkgever hierop als volgt:
“Jouw maandcontract is al bijna om (…), maar di staat op de agenda oké? Ook je vervolgcontract kun je dan metteen gelijk bespreken”;
“Kan ik aankomende dinsdag onbetaald verlof opnemen? Dat ik woensdag en vrijdag kom?”. Op diezelfde dag (20:23:54 uur) schrijft de werkgever de werknemer:
“Heb jij trouwens een sleutel vh hek achter bij het gebouw? Zo niet, wil jij onthouden dat je er 1 krijgt?”. De werknemer antwoordt daarop dat [naam 1] haar die heeft gegeven.
“Dan stort ik alvast ‘een’ bedrag voor oktober op je rekening inclusief reiskosten. Als we uit de definitieve maandvergoeding zijn, verrekenen we samen alles bij de november maand storting: wat je eventueel nog tekort komt over oktober, krijg je dan bij de november betaling erbij.”;
“Hey [de werknemer] , hoe ging het vrijdag?”. De werknemer reageert hier op 31 oktober 2023 als volgt op:
“Hi, het was heel kort. Zij kan niet geven wat ik vroeg terwijl er was gezegd: dit klinkt aannemelijk ik ga overleggen. Deze week weer even in gesprek. (…) Ik heb er op gerekend en dacht weer lid te kunnen worden van de sportschool maar met dit loon gaat dat niet. Het is niet alleen je gas licht boodschappen. Je wilt toch ook wel eens wat leuks doen. Ik kijk het even aan.”;
“Beste [naam 3] , ik ben het niet eens met ons telefoongesprek van afgelopen zaterdag 4-11. Ik ben en blijf bereid om het werk te verrichten”. Hierop schrijft de werkgever op diezelfde dag (15:15:05 uur):
“Hoi Monique, ik snap niet wat je bedoelt hiermee? Kun je mij even bellen?”;
“Beste [naam 3] , Je hebt mij zaterdag (4 november) gebeld en gezegd dat je niet verder met me wilde omdat je toch wat anders van me verwacht had. Ik heb dat opgevat als een eenzijdige opzegging van onze arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Ik liet jou dinsdag al weten het daar niet mee eens te zijn. Ik ben bij jou (Fit met Zorg B.V.) in dienst (voor 24 uren per week) en je kunt mij niet zomaar ontslaan. Kortom, ik wil verder, en ik hoor graag van je of je bereid bent om op dat ontslag terug te komen, zodat ik mijn werk weer kan oppakken. Ik hoor dat graag binnen 5 dagen van je. Overigens heb ik een betaling met omschrijving “vergoeding” van je ontvangen, maar geen salarisspecificatie over de maand oktober 2023. Wil je die alsnog aan mij sturen. [de werknemer] ”.