ECLI:NL:RBDHA:2024:11593

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
R.09/21/47
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van de schone lei in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) na afloop van de looptijd

Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van de heer [naam 1], die onder de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) valt. De heer [naam 1] is op 23 maart 2021 toegelaten tot de WSNP, waarbij mr. D. de Loor als rechter-commissaris en mr. P.A. Loeff als bewindvoerder zijn benoemd. De looptijd van de regeling is op 24 maart 2024 verstreken. De rechtbank heeft beoordeeld of de heer [naam 1] aan zijn verplichtingen heeft voldaan om in aanmerking te komen voor de schone lei, wat betekent dat schuldeisers hun vorderingen niet meer op hem kunnen verhalen.

Tijdens de procedure zijn er aantijgingen gedaan door de zus van de heer [naam 1], mevrouw [naam 3], die stelde dat hij zich niet aan de verplichtingen van de WSNP heeft gehouden en een luxe leven leidde. De bewindvoerder heeft deze aantijgingen onderzocht en vastgesteld dat de heer [naam 1] zijn verplichtingen niet toerekenbaar niet is nagekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam 1] gedurende de WSNP fulltime heeft gewerkt en meer dan € 40.000,- heeft gespaard voor de boedel.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen bewijs is dat de heer [naam 1] zijn schuldeisers heeft benadeeld of dat hij eigenaar is van activa met een bovenmatige waarde. Daarom heeft de rechtbank besloten om de schone lei toe te kennen aan de heer [naam 1]. De beslissing is openbaar uitgesproken en de vergoeding van de bewindvoerder is vastgesteld op € 7.379,04, met een vastrecht van € 768,-, voor zover de boedel toereikend is.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/21/47 R
vonnis van 25 april 2024
in de zaak van:
[naam 1]
geboren op [geboortedag] -1970 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna: de heer [naam 1] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [naam 1] zit in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De looptijd van die regeling is voorbij. De rechtbank beoordeelt nu of de heer [naam 1] aan de verplichtingen heeft voldaan die horen bij de WSNP. Als dat zo is wordt aan de heer [naam 1] de zogenoemde “schone lei” verleend. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [naam 1] kunnen verhalen.
De rechtbank zal aan de heer [naam 1] de schone lei verlenen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.Verloop van de procedure

1.1.
De heer [naam 1] is op 23 maart 2021 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is mr. D. de Loor tot rechter-commissaris en mr. P.A. Loeff (Advocatenkantoor Loeff) te Zwijndrecht tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
De looptijd is op 24 maart 2024 verstreken.
1.3.
De bewindvoerder heeft schriftelijk verslag uitgebracht over het verloop van de schuldsaneringsregeling. Uit dit verslag blijkt dat de informatieverplichting niet volledig is nagekomen. De bewindvoerder adviseert de heer [naam 1] de schone lei te verlenen, mits de ontbrekende stukken worden aangeleverd.
1.4.
De bewindvoerder heeft de rechtbank bij brief van 15 april 2024 geïnformeerd over de laatste stand van zaken. Hieruit blijkt dat alsnog aan de informatieverplichting is voldaan.
1.5.
De eindzitting heeft op 25 april 2024 plaatsgevonden. Op deze zitting verschenen:
- de heer [naam 1] , vergezeld door een vriend, [naam 2] ;
- de bewindvoerder.

2.De beoordeling

2.1.
Met het verstrijken van de looptijd eindigen voor de heer [naam 1] de verplichtingen die de WSNP met zich brengt en moet worden beoordeeld of aan hem de schone lei kan worden verleend. Daarvoor is nodig dat de verplichtingen uit de WSNP tijdens de looptijd voldoende zijn nagekomen, ofwel dat de heer [naam 1] daarin niet toerekenbaar is tekort geschoten.
2.2.
Op de zitting is gesproken over de aantijgingen aan het adres van de heer [naam 1] die gedurende de WSNP door [naam 3] (hierna: mevrouw [naam 3] ), de zus van de heer [naam 1] , zijn gemaakt. Deze aantijgingen komen er – kort gezegd – op neer dat de heer [naam 1] tijdens de WSNP een luxe bestaan heeft geleid, onder meer door sieraden (onder andere een zonnebril en een horloge) in bezit te hebben en op kostbare vakanties en tripjes te zijn gegaan. Hij zou zich daarmee niet aan de uit de WSNP voortvloeiende verplichtingen hebben gehouden en de schuldeisers hebben benadeeld.
2.3.
De bewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat de heer [naam 1] gedurende de WSNP schriftelijk heeft gereageerd op de brieven en mails van mevrouw [naam 3] , en gemotiveerd de aantijgingen aan zijn adres heeft weersproken. De bewindvoerder heeft vrijwel aan het begin van de WSNP gesproken met mevrouw [naam 3] , de aantijgingen onderzocht en uitgelegd dat hij alleen eigendommen – die een bovenmatige waarde vertegenwoordigen – namens de boedel kan verkopen. Eigendommen van anderen kan hij niet verkopen. De bewindvoerder heeft mevrouw [naam 3] gevraagd de aantijgingen met (formele) stukken/documentatie te onderbouwen, maar dit is uitgebleven. De bewindvoerder ziet geen reden voor de rechtbank om de heer [naam 1] niet de schone lei toe te kennen.
2.4.
De rechtbank stelt vast dat de heer [naam 1] niet (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen. De tekortkoming die door de bewindvoerder in het eindverslag is genoemd, is inmiddels hersteld en uit de door mevrouw [naam 3] overgelegde stukken is niet gebleken dat de heer [naam 1] eigenaar is van activa die een bovenmatige waarde vertegenwoordigen. Ook is niet gebleken dat de heer [naam 1] zijn schuldeisers heeft benadeeld; hij heeft de gehele WSNP fulltime gewerkt en een bedrag van ruim € 40.000,- gespaard voor de boedel.
2.5.
Dat betekent dat de schuldsaneringsregeling wordt beëindigd met de schone lei. Er zijn geen redenen gebleken om tot een ander oordeel te komen.
2.6.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat de heer [naam 1] niet (toerekenbaar) in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
- geeft te kennen dat de verplichtingen van de heer [naam 1] zijn geëindigd op 24 maart 2024, maar dat de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 7.379,04 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting), voor zover de boedel toereikend is;
- stelt het vastrecht vast op € 768,-, voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. A.C.M. Höppener, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B., griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2024.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.