Op 8 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, betreffende een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter heeft eerder op 26 juni 2024 een spoedmachtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie, die van kracht was tot 10 juli 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juli 2024 zijn de zorgen over de minderjarige besproken, waaronder zijn onveilige gedrag, bedreigingen aan andere jongeren en het ontbreken van een dagbesteding. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich niet aan afspraken houdt en dat zijn gedrag leidt tot onveilige situaties, zowel binnen als buiten de groep.
De gecertificeerde instelling heeft verzocht om een machtiging voor een gesloten opname van vier weken, met de mogelijkheid tot verlenging voor zes maanden. De kinderrechter heeft de noodzaak van jeugdhulp bevestigd, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige. De kinderrechter heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen aan te pakken, en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de minderjarige te beschermen en hem de kans te geven om aan zijn ontwikkeling te werken.
De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, van 8 juli 2024 tot 8 januari 2025, en heeft het verzoek om een kortere periode afgewezen. De kinderrechter benadrukt dat de minderjarige de komende periode moet laten zien dat hij bereid is om aan zichzelf te werken, wat invloed zal hebben op de mogelijkheden voor meer vrijheden in de toekomst. De beschikking is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 22 juli 2024.