ECLI:NL:RBDHA:2024:11553
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning regulier en verzoek voorlopige voorziening in het bestuursrecht
In deze uitspraak oordeelt de Rechtbank Den Haag over het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser, geboren in 1963 en van Jamaicaanse nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend om verblijf in Nederland bij zijn partner, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De aanvraag werd afgewezen omdat eiser niet over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beschikt en niet voldoet aan de voorwaarden voor een afgeleid verblijfsrecht op basis van het arrest Chavez-Vilchez. Eiser stelt dat hij de biologische vader is van de minderjarige dochter van zijn partner en dat hij zorgtaken voor haar uitvoert. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende gelegenheid heeft geboden voor een hoorzitting en dat de hoorplicht niet is geschonden. Eiser heeft niet aangetoond dat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie die zou vereisen dat hij een verblijfsrecht zou krijgen. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de verblijfsvergunning en het verzoek om een voorlopige voorziening terecht zijn afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er geen connexiteit meer is na de uitspraak in het beroep.